Stopplaats 9 : Het begijnhof


HET BEGIJNHOF    :   BEGIJNENSTRAAT 29 TE 2200-HERENTALS

– Het oorspronkelijke begijnhof uit de 13°eeuw lag een kleine kilometer op het Nieuwland, een gebied op de andere oever van de Kleine Nete, een kleine kilometer noordelijker. In de middeleeuwen kende Herentals een bloeiend religieus leven. Er woonden toen zo’n 300 begijnen in het hof. Dit waren spirituele vrouwen die in groep samenleefden en handenarbeid of onderwijs combineerden met de religieuze praktijk. In tegenstelling tot kloosterzusters legden begijnen geen eeuwige   geloften af en leefden ze dus van hun eigenvermogen of verdiensten.

Maar tijdens de 80-jarige oorlog  1568-1648) tussen de Nederlanden en Spanje veranderde het economisch lot van Herentals drastisch. De komende 3 eeuwen werd het een garnizoensstad. Door de bouw van een nieuwe stadsomwalling moest het oude begijnhof worden afgebroken. Het huidige begijnhof werd in de 17°eeuw gebouwd. Het overwelfde poortgebouw  in de Begijnenstraat dateert al van 1622 en de poort van Burchtstraat van 1640. Het oudste huis van het begijnhof is het FUNDATIEHUIS uit de 1647 met in de gevel een beeltenis van de  heilige familie. In het midden van het begijnhof staat de SINT-CATHARINAKERK een gerestaureerde laat gotische pseudo basiliek (bouwperiode 1599-1614). Pronkstukken hier zijn de fraaie biechtstoel en preekkansel, de gietijzeren afsluiting en het hoofdaltaar. Aan de kerk bevindt zich het beeldhouwwerk ‘Ons Heer op de koude steen’ met erachter een muurschildering.

Hier tegenover in nummer 13 bevindt zich de INFIRMERIE, dit gebouw diende om bejaarde of behoeftige begijnen onderdak en verzorging te verschaffen. Hier is thans het BEGIJNHOFMUSEUM gevestigd (enkel te bezoeken met een stadgids als onderdeel van een stadswandeling -bron www. Herentals.be-begijnhof).

-In het begin van de eerste wereldoorlog toen Herentals bezet werd  was er een inkwartiering om in burgerwoningen Duitse officieren en soldaten te huisvesten en om burelen in te vestigen. Het ging hier om 26 gebouwen  verspreid over de stad. Er waren ook heel wat onschuldige burgers die THUIS getroffen werden door het geweld van het conflict en daarom een nieuw tijdelijk onderdak moesten zoeken.  

Zo diende Herentals vanaf november 1917 zo dus maar even 2.463 vluchtelingen op te vangen. Deze werden  geëvacueerd door het Duitse leger uit de as rond Diksmuide, Menen en vooral Roeselare toen deze streel onder vuur kwam te liggen.  De omstandigheden waarin deze vluchtelingen diende te leven waren natuurlijk verre van ideaal maar ook voor de mensen thuis was  er, vanwege allerlei opeisingen van voedingswaren en andere producten door de Duitse bezetter, veel gebrek, armoede en honger. 

België moest veel producten van over zee invoeren dit was echter door de blokkade van de Britse marine onmogelijk. Gelukkig kon er met Amerika (toen nog een neutraal land) via de “Commisson for relief in Belgium”  een akkoord worden gesloten om toch voedsel in  België te verdelen zodat de noodlijdende bevolking hier toch een beetje verzorging kreeg.

Tijdens de oorlog werden er ook wel 65.000 woningen vernield. Daarom besloot onze regering al snel om tot de bouw van noodwoningen over te gaan. Alleen al te Lier werden er tussen 1919 en 1924 maar liefst 417 van deze huisje gebouwd. Dit bleef voor vele mensen nog lang na de oorlog hun enige THUIS. Een replica stond in de periode januari/februari2015 op de Grote Markt van Herentals.

WO1 – geschiedenis

Erfgoedwaarde

Het Herentalse Begijnhof is een van de oudste begijnhoven van het oude hertogdom Brabant en van de Kempen. Het werd reeds opgericht voor 1266 en bevond zich op een andere plaats aan de de overkant van de Kleine Nete, tegenover het oude Gasthuis. Tijdens de Tachtigjarige oorlog werd het gesloopt om militair strategische redenen en heropgericht in 1590 aan de Burchtstraat waar het nu is.

Het oorspronkelijke begijnhof was een groot hof dat in 1470 ruim 300 begijnen telde.
Om strategische redenen werd het oude Begijnhof tijdens de Tachtigjarige Oorlog in 1578 door het Staatsgarnizoen gesloopt. Nadat het Spaanse gezag te Herentals was hersteld, gaf de magistraat in 1590 de toelating om het Begijnhof opnieuw op te richten. Daar beleefde het Begijnhof een nieuwe, relatieve bloei. In 1951 werd te Herentals de laatste begijn geprofest. Nu leeft er spijtig genoeg geen enkele begijn meer.

Langs de Begijnenstraat betreedt men het Begijnhof door de overwelfde doorgang van het poortgebouw. De gevel draagt het jaartal 1622 en in de nis staat een beeld van de Heilige Begga. De tweede poort van het Begijnof geeft uit op de Burchtstraat en werd opgetrokken in 1640. Beide poorten zijn beschermd als monument bij K.B. van 13 augustus 1953.

Ongeveer in het midden van het Begijnhof tegenover een reeks pittoreske 17de-eeuwse huizen, ligt in een stemmige tuinomgeving het begijnenkerkje (1614), met waardevol kerkinterieur. De kerk is te bezichtigen met een gids na afspraak met de dienst toerisme.

Buiten kijkt men door de dreef van de kerk uit op het oudste huis van het Begijnhof nl. het Fundatiehuis, beschermd als monument in september 1979.

Tegenover ‘Ons Heer op de koude steen’ aan de kerk staat het merkwaardigste gebouw van het Begijnhof, nl. de zogenaamde ‘Infirmerie’ (het oorspronkelijke Convent). Sinds 1983 werd dit mooi historisch pand ingericht tot ‘Begijnhofmuseum’, dat toegankelijk is op aanvraag voor groepen

THUIS